getijde 荷兰语 词源 源自中古荷兰语 getide。 发音 IPA(帮助):/ɣəˈtɛi̯.də/ 派 断字:ge‧tij‧de 韵部:-ɛi̯də名词 getijde n(复数 getijden) 潮 (天主教) 祷告时间派生词 getij getijdenboek getijdengebed getijdenkracht getijdenpoel getijdeverschil jaargetijde tij